NCDO heeft scholen gebouwd, een ziekenhuis en een schoon waternetwerk. Telkens kwam het initiatief uit de gemeenschap zelf en nu gaan ze zonder Nederlandse steun verder. Nelson Ole Kiorokor vertelt hoe ze dit doen.

De Nederlandse stichting Nkoilale ondersteunt jullie niet meer. Wat vind je daarvan?

Nelson: “In het begin vonden we het moeilijk om de samenwerking te stoppen, alles liep goed. Maar later realiseerden we ons dat dit de beste optie is om stappen vooruit te zetten, om het zelf te doen. Stichting Nkoilale heeft altijd gezegd tien jaar met ons samen te werken, en dat hebben ze op zo’n goede manier gedaan dat wij zelf met de projecten verder kunnen gaan. Vooral de laatste drie jaar van onze samenwerking hebben we gebruikt om zelfredzaam te worden, we hebben veel geleerd over hoe je projecten moet opzetten en hoe je een netwerk opbouwt. Toen de stichting er uiteindelijk mee stopte hebben de meeste mensen in onze gemeenschap daar eigenlijk niks van gemerkt.”

Hoe regelen jullie financiering voor projecten?

“We krijgen financiering via verschillende wegen. We werken samen met de lokale overheid en de nationale regering. Keniaanse organisaties, zoals bijvoorbeeld KCDF, steunen ons. En de mensen hier in de gemeenschap leveren zelf een bijdrage. De een helpt mee bij de bouw, de ander doneert een koe.”

De mensen hier in de gemeenschap leveren zelf een bijdrage. De een helpt mee bij de bouw, de ander doneert een koe.

— Nelson Ole Kiorokor

Wat was de meerwaarde van de Nederlandse steun voor jullie?

“De meeste strategieën die we nu inzetten, hebben we van Gert Bomhof geleerd. Hij was geduldig en ontzettend gepassioneerd en gemotiveerd om dingen voor elkaar te krijgen, daar plukken wij nu de vruchten van. Hij stimuleerde ons ook om kennis op te doen, naar school te gaan, een vakopleiding te volgen. En mede dankzij onze kennis is ook ons bewustwording vergroot en weten we beter hoe we in gesprek kunnen gaan met de overheid.”

Wat zijn jullie toekomstplannen?

“We willen dat onze gemeenschap helemaal zelfredzaam wordt en dat de bestaande projecten een blijvende positieve impact zullen hebben op de mensen die hier wonen. Waar we qua ontwikkeling nog in achterlopen willen, bijvoorbeeld in economische ontwikkeling, gaan we actie ondernemen en uitdagingen oppakken, zodat onze toekomst er zonnig uitziet.”