De Nepalese schrijfster Anuradha Sharma schrijft al meer dan twintig jaar kinderboeken en is met haar levendige en educatieve verhalen niet meer weg te denken uit de gevestigde kinderliteratuur. Inmiddels heeft Anuradha haar eigen stichting Sarathi Nepal opgericht en werkt ze samen met talloze organisaties wereldwijd, waaronder UNICEF, British Council en Thang, een Nederlandse stichting die zich inzet voor kinderboeken in Nepal. Tijdens een werkbezoek in Nederland komt Anuradha langs bij Wilde Ganzen en vertelt ze met passie over haar liefde voor boeken en haar dromen voor de Nepalese jeugd. 

Wat betekende lezen voor jou als kind? 

“Als kind heb ik me altijd net een prinsesje gevoeld. Ik had een hele gelukkige jeugd. Mijn ouders waren niet rijk, maar hadden genoeg om het henzelf en mij comfortabel te maken. Ik was enig kind en had een goede relatie met mijn ouders. Toen ik nog niet kon lezen, las mijn vader me voor uit stripboeken van Asterix en Obelix. Dat heeft veel betekend voor mijn liefde voor lezen. Mijn moeder is zelf schrijfster en mijn vader houdt ook veel van lezen. Ik groeide op in een huis vol met boeken, waar veel over werd gepraat. Ook op school was ik was veel te vinden in de schoolbibliotheek. Ooit bracht ik er in een examenperiode zoveel tijd door, dat de directeur mijn ouders belde en me een tijdelijk bibliotheekverbod gaf.  

Mijn vader werkte voor de overheid en moest voor zijn werk elke drie á vier jaar van plek veranderen. Ik bracht veel tijd door in hostels was vaak op reis. Daardoor spendeerde ik veel tijd alleen met mijn boeken. Ze betekenden veel voor mij. Achteraf weet ik zeker dat al het rondreizen in mijn jeugd sterk heeft bijgedragen aan mijn vaardigheden als schrijfster. Als schrijfster neem je al die verschillende ervaringen mee: ze verbreden je horizon en je verbeelding.” 

“Ooit bracht ik in een examenperiode zoveel tijd door in de schoolbibliotheek dat de directeur mijn ouders belde en me een tijdelijk bibliotheekverbod gaf.”

 

Hoe ben je begonnen met schrijven? 

“Als kind en tiener schreef ik voor schoolmagazines, ik had penvrienden en schreef in een dagboek. Alles wat ik schreef, probeerde ik zo literair mogelijk te maken. In een dagboek is het de bedoeling dat je over de realiteit schrijft, maar ik verzon allemaal rare verhalen over mijn leven. Ik vond het altijd leuk om te schrijven, maar had er nooit over nagedacht om daar iets serieus mee te doen. 

Eigenlijk is het besef dat ik schrijfster moest worden voortgekomen uit irritatie aan mijn moeder. Er was op een gegeven moment een wedstrijd voor het beste kinderverhaal en mijn moeder wou graag dat ik meedeed. Ik wou niet, maar je weet hoe moeders zijn: ze bleef erop aandringen. Uiteindelijk heb ik me aangemeld om maar van haar af te zijn. Totaal onverwacht won ik een speciale prijs. Het jaar daarop deed ik weer mee en won ik wéér een speciale prijs. Toen besefte ik: ik kan schrijven. Achteraf ben ik mijn moeder dankbaar.” 

“Eigenlijk is het besef dat ik schrijfster moest worden voortgekomen uit irritatie aan mijn moeder.”

Hoe is de kinderboekencultuur in Nepal? 

“Ik heb geluk gehad dat ik als kind op goede scholen met goede bibliotheken heb gezeten. Het was destijds in Nepal, en nu nog steeds, moeilijk om goeie bibliotheken te vinden. Bijna alle kinderen in Nepal kunnen lezen. Er wordt veel belang gehecht aan onderwijs en onderwijs is in openbare scholen zelfs gratis. Maar, op school wordt vrijwel alleen aandacht besteed aan theoretische schoolboeken en gaat de voorkeur uit naar prestigieuze beroepen zoals arts of advocaat.  

Lange tijd heeft het idee dat kinderboeken een verspilling van tijd zijn in de cultuur en politiek geheerst. Verhalen voor kinderen waren daarom vaak heel moralistisch en saai, met de nadruk op dingen als: ‘je moet op tijd komen’, of: ‘je moet naar je ouders luisteren’. Gelukkig zitten we midden in een grote culturele verandering op dit gebied. Er zijn veel schrijvers in Nepal die het met me eens zijn dat hier iets aan moet veranderen. 

Als ik een boek schrijf, ben ik me er heel bewust van dat dit het allereerste boek zou kunnen zijn dat een kind ooit leest. Dit boek kan de doorslag geven voor een kind om verder te gaan met lezen, of ermee te stoppen. Dat voelt voor mij als een waanzinnig grote verantwoordelijkheid. Daarom geef ik altijd mijn alles om het zo leuk en interessant mogelijk te maken.” 

“Verhalen voor kinderen waren vaak heel moreel en saai, met de nadruk op dingen als: ‘je moet op tijd komen’, of: ‘je moet naar je ouders luisteren’.”

Waarom is het belangrijk voor kinderen om te lezen? 

“Kinderen ontwikkelen zich snel en worden aan veel verschillende dingen blootgesteld, al helemaal nu met de komst van sociale media. Daarbij komen ingewikkelde hedendaagse thema’s kijken, zoals racisme, sociale ongelijkheid en klimaatverandering. Via boeken kunnen kinderen van jongs af aan op een toegankelijke manier in aanraking komen met dingen die in de wereld van nu belangrijk zijn. Het is een goed middel om op een speelse manier te leren. 

Ook geven boeken kinderen de ruimte om henzelf én wat er buiten hun eigen omgeving gebeurt beter te begrijpen. Kinderen kunnen zich in verhalen herkennen en zich gezien voelen, maar ook leren over mensen, dieren en plaatsen die ze niet kennen. Ik geloof dat kinderen boeken nodig hebben voor een alomvattende, algemene ontwikkeling.   

“Als ik een boek schrijf, ben ik me er heel bewust van dat dit het allereerste boek zou kunnen zijn dat een kind ooit leest. Dit boek kan de doorslag kan geven voor een kind om verder te gaan met lezen, of ermee te stoppen.”

Waarom ben je op bezoek bij Wilde Ganzen? 

“In 2021 werd ik gevraagd om ambassadeur te worden voor Thang, een Nederlandse stichting die zich inzet voor kinderliteratuur in Nepal. Wilde Ganzen steunde een project waarbij Thang drie mini-bibliotheken opzette in verschillende scholen in Kathmandu. Zo ben ik met Wilde Ganzen in aanraking gekomen. Omdat ik met veel verschillende nationale en internationale organisaties heb samengewerkt, nodigde Wilde Ganzen me uit om in Nederland te komen vertellen over mijn ervaringen en de problemen die ik ben tegengekomen. Ik zie dit als een prachtige kans en een waardevol contact.” 

Kan je iets vertellen over je eigen goede doel Sarathi Nepal? 

In 2015 werd Nepal getroffen door een zware aardbeving. Er waren duizenden doden en gewonden, en veel mensen raakten hun huis kwijt. In de tijd daarna leefden mensen lange tijd in tentenkampen. Omdat ouders vaak de hele dag bezig waren met het zoeken naar eten, brachten de kinderen daar veel tijd alleen door zonder iets te doen. Ik besloot om alle boeken, al het speelgoed en al het knutselmateriaal dat ik kon vinden in te zamelen en reisde met reddingsteams mee naar de getroffen gebieden. Daar verzamelde ik alle kinderen om me heen, las ze voor en gaf ze leuke creatieve opdrachten. De kinderen vonden het geweldig en het bleek een groot succes. Om het project te kunnen voortzetten, begon ik een crowdfunding. Al snel werd er zoveel geld gedoneerd dat ik het niet meer kon overzien. Mensen bléven maar geven en helpen. Toen heb ik besloten om een stap verder te gaan en een officiële stichting op te richten: Sarathi Nepal, dat zich inzet voor kinderen in Nepal die leven in armoede. Sarathi Nepal staat momenteel op een laag pitje, in de nabije toekomst ga ik ermee aan de slag. Wilde Ganzen lijkt me een hele waardevolle partner om dan mee samen te werken.” 

“Als je wil bouwen aan een mooiere samenleving voor de toekomst moet je met kinderen werken. Zij zíjn de toekomst.”

Wat vind je zo mooi aan je werk? 

“Uiteindelijk is mijn doel om jonge mensen in Nepal te betrekken bij hedendaagse problemen en ze te laten zien dat ze zélf verandering kunnen maken. Boeken zijn hiervoor mijn middel. Ik zeg altijd: als je wil bouwen aan een mooiere samenleving voor de toekomst moet je met kinderen werken. Zij zíjn de toekomst. 

Voor sommige boeken heb ik prijzen gewonnen of ben ik op prestigieuze lijsten gezet, zoals een lijst van de vijftien meest invloedrijke vrouwen voor de kinderliteratuur in Nepal. Dat is een prachtige bevestiging, maar uiteindelijk zijn het de kinderen die écht voor mij tellen. Wanneer ik op een school kom, de kinderen me herkennen van mijn boeken en zo blij zijn om me te zien dat ze naar me toe komen rennen: dat is voor mij de echte prijs.” 

“Wanneer ik op een school kom, de kinderen me herkennen van mijn boeken en zo blij zijn om me te zien dat ze naar me toe komen rennen: dat is voor mij de echte prijs.”