Toen de coronacrisis uitbrak droogden de inkomsten van Ibu Ninik helemaal op. Met haar kleine naai-atelier op Bali verdiende ze voor de crisis net genoeg om haar gezin van eten te voorzien. Nu is het er al maanden stil: er zijn geen bestellingen meer en dus is er ook geen geld voor eten…

Ibu Ninik
Ibu Ninik.

Ibu Ninik is niet de enige. Op het Indonesische eiland Bali zijn de meeste mensen zwaar getroffen door de coronamaatregelen. Ruim zeventig procent van alle mensen is op een of andere manier afhankelijk van toerisme. Toen de regering in april het luchtruim sloot, was het in een keer gedaan met alle bedrijvigheid. Hoe langer de toeristen wegblijven, hoe moeilijker het leven op Bali wordt.

Geen werk, geen huis, geen eten

“Ik ken een taxichauffeur die afhankelijk was van zijn ritjes, de auto had hij geleased”, vertelt Syta Plantinga, werkzaam bij hulporganisatie Yayasan Kolewa. “Toen er geen klanten meer waren, kon hij de auto niet meer betalen en zonder baan en inkomen ook niet meer de huur van zijn huis. Rampzalig, want zijn hele gezin – bestaande uit zeven mensen – leefde van zijn baan. Nu bivakkeren ze ergens langs de kant van de weg.”

Voor de coronacrisis uitbrak gaf Yayasan Kolewa medische hulp en onderwijs aan kinderen met een beperking op verschillende eilanden. “Maar de scholen gingen dicht, binnenlandse reizen zijn niet meer mogelijk en wij kwamen thuis te zitten, wat helemaal niet in mijn aard ligt, dat stilzitten. En dus zijn we met het team in actie gekomen.”

Armoede die geen toerist ziet

Zelf werd Syta jaren geleden al getroffen door de erbarmelijke omstandigheden die ze aantrof op de eilanden Rote, Flores en Sumbawa. “Maar ook in de binnenlanden van Bali is veel armoede, iets wat toeristen eigenlijk nooit te zien krijgen”, vertelt ze. Met haar man Peter ging ze aan de slag. In Nederland werd stichting Kolewa opgericht, in Indonesië Yayasan Kolewa. Daar is nu een team bestaande uit lokale mensen dat helemaal zelfstandig aan het werk kan.

Niet omdat ze het zielig vonden, maar omdat ze zo onder de indruk waren hoe dit gezin zich ondanks alle ellende tot nu toe wist te redden.

“We zijn begonnen met het uitdelen van voedselpakketten. Met steun van het Wilde Ganzen Coronafonds hebben we meer dan tweehonderd gezinnen in de buurt deze moeilijke maanden door kunnen helpen”, legt Syta uit. “We kwamen schrijnende gevallen tegen, zoals een gezin met kleine kinderen waarvan beide ouders gehandicapt zijn. De mensen in ons team kunnen best tegen een stootje, maar nu kwamen ze huilend terug. Niet omdat ze het zielig vonden, maar omdat ze zo onder de indruk waren hoe dit gezin zich ondanks alle ellende tot nu toe wist te redden. Zij krijgen nu tweewekelijks een voedselpakket en we hebben het voor elkaar gekregen dat de moeder een elektrische rolstoel krijgt. Nu hoeft ze niet meer met een kind op schoot haar eigen rolstoel vooruit te bewegen.”

Ibu Ninik en familie
Ibu Ninik met haar familie.

Positief en inventief

Elke week gaan de medewerkers van Yayasan Kolewa nu de wijk in om de gezinnen eten te geven, maar ook om ze een luisterend oor te bieden en voorlichting over corona te geven. Mensen kregen maskers en er werden waterfilters uitgedeeld voor veilig drinkwater. “Ondanks alles blijven de meeste mensen positief en ook inventief, ze doen van alles om geld te verdienen. De een maakt vliegers, de ander bezems of verbouwt groente. Dat geeft ze hoop, maar desondanks blijven de zorgen groot. Er zijn nauwelijks klanten en je ziet steeds meer kinderen op straat spullen verkopen, van tissues tot haarspelden en gezichtsmaskers. Alles om maar een paar roepia’s te verdienen, zodat ze ’s avonds niet zonder eten naar bed hoeven.”

In korte tijd hebben ze een online programma opgezet, waarbij de kinderen elk weekend les krijgen in gebarentaal.

Zelf werd de hulporganisatie ook inventief. Nu de scholen nog steeds dicht zijn, is het team online lessen gaan geven aan dove kinderen. Syta: “In korte tijd hebben ze een online programma opgezet, waarbij de kinderen elk weekend les krijgen in gebarentaal, met huiswerkopdrachten. De ouders helpen mee en krijgen van ons waar nodig beltegoed, zodat de kinderen via een smartphone de lessen kunnen volgen. Ook hebben we gezichtsmaskers laten maken met een doorzichtig plastic deel voor liplezen.”

2020 was en is voor de mensen op Bali een heel moeilijk jaar. “En het einde is niet in zicht”, zegt Syta. “De toeristen komen nog niet terug. Wij gaan in ieder geval tot juli 2021 door met het uitdelen van voedselpakketten, daarna hopen we snel weer ons normale werk op te pakken, zodat kinderen met een beperking weer hulp krijgen en iedereen straks gewoon weer naar school kan.”