Als je de carrières van Kees de Jong en Robert Wiggers bij elkaar optelt kom je aan meer dan 65 jaar ervaring op het gebied van armoedebestrijding. Samen blikken ze terug en kijken ze naar de toekomst van Wilde Ganzen.

Vroeger was Wilde Ganzen bekend van de ‘Ganzenvluchten’ op televisie. Vooral via dit programma kwamen genoeg donaties binnen om meer dan duizend projecten per jaar te ondersteunen. “Al die projecten moesten door twee mensen worden gecontroleerd”, vertelt Robert. “Alles ging op basis van vertrouwen en het doen van navraag, projecten werden niet bezocht.”

In de loop van de tijd is de organisatie groter en professioneler geworden. “Toen ik een verzoek kreeg van een medewerker van een school die zei: ‘Tien jaar geleden hebben jullie meegeholpen onze school te bouwen, maar nu moet het gebouw geschilderd worden…’ was voor mij duidelijk dat we het anders moesten aanpakken. Het kon namelijk niet zo zijn dat wij die school draaiende moesten houden.”

Verantwoordelijkheid

Daarom werd Change the Game Academy opgericht, een onderwijsprogramma met trainingen op het gebied van lokale fondsenwerving en opkomen voor eigen rechten. “De verantwoordelijkheid leggen we bij de mensen zelf”, legt Kees uit. “We steunen nu niet alleen meer de bouw van een school, maar hebben ook aandacht voor de continuïteit van een project.

Robert Wiggers gaat dit jaar met pensioen

Hij werkt bij Wilde Ganzen sinds 2002 en was manager van de afdeling Programma's én medeoprichter van Change the Game Academy. Kees de Jong is sinds 2018 directeur van Wilde Ganzen.

Dat doen we door bij iedere aanvraag te hameren op betrokkenheid van de mensen rondom de school: de ouders, het schoolbestuur en de lokale overheid. En we willen dat de organisatie die opkomt voor deze mensen op termijn minder afhankelijk wordt van Nederlandse steun.”

Oorzaak van armoede

‘Dweilen met de kraan open’ is een verwijt dat hulporganisaties zoals Wilde Ganzen weleens krijgen. Kees zegt daarover: “We kunnen inderdaad niet de hele wereld veranderen, maar we kunnen wel heel concreet het leven van een flink aantal mensen veranderen. Dat betekent dat we soms moeten dweilen, maar we proberen ondertussen ook het lekken van de kraan op te lossen.”

Dat laatste doet Wilde Ganzen door te kijken naar de oorzaken van armoede. Verandering komt er niet met een klein project, maar wel door een hele gemeenschap sterker te maken. “Als je mensen stimuleert in eigen omgeving geld op te halen en bij de eigen overheid om steun te vragen, dan komt er echt verandering”, voegt Robert toe.

De kracht van het kleine

Dat Wilde Ganzen maar een kleine speler is, vinden beiden juist de kracht. “Grote hulporganisaties zetten onder eigen naam een campagne op en bereiken in één keer duizenden mensen”, legt Robert uit. “Wij werken heel lokaal en vertellen mensen dat ze in eigen buurt in actie kunnen komen, waardoor uiteindelijk ook duizenden mensen profiteren.”

“Het draait uiteindelijk niet om ons, het draait om de mensen die in armoede leven. Zij moeten zelf kunnen bepalen hoe ze hun leven willen verbeteren. Pas dan komt er echte verandering.

— Kees de Jong

Kees: “Op de lange termijn is dat veel effectiever, want mensen raken daardoor gemotiveerd om zelf dingen voor elkaar te krijgen. Dat is de kracht van het kleine en het concrete. We trekken daarbij op met heel veel Nederlandse stichtingen, met mensen die geraakt zijn door armoede en daar wat aan willen doen. Samen zorgen we voor financiering van projecten en leggen we in Nederland het belang van ontwikkelingssamenwerking uit.

Al die betrokken mensen hebben korte lijntjes met mensen in armoede, waardoor niet alleen vriendschappen ontstaan, maar hun problemen en hun verhalen dicht bij ons komen. Dat laat grote indrukken achter.”

Positief wereldbeeld

Of Wilde Ganzen ooit overbodig wordt? Daarover zijn beide heren niet erg optimistisch. “Hoe welwillend een overheid ook is, ze kan nooit aan de behoeften van alle burgers voldoen”, vindt Robert. “Op dit moment zie je dat er steeds meer autoritaire regimes komen”, vult Kees aan.

Robert en Kees 2
Robert Wiggers (l) en Kees de Jong

“Het eerste wat die doen is maatschappelijke organisaties monddood maken. Daarom blijft onze rol zo belangrijk om lokale partners weerbaarder te maken. Door de coronapandemie is armoede weer flink toegenomen. Tegelijk voorzie ik een toename aan conflicten door klimaatverandering.”

Al die problemen veranderen niks aan het beeld dat Kees heeft van de mensheid. “Dat beeld is in de loop der jaren namelijk alleen maar positiever geworden. Bij Wilde Ganzen geloven we in de kracht van mensen. Als je samenwerkt kun je ontzettend veel bereiken.”

Dat kan Robert alleen maar beamen: “In mijn eerste baan was ik betrokken bij steun aan Cambodja. De Rode Khmer voerde een vreselijk schrikbewind en ook de nieuwe machthebbers waren verre van lieverdjes. Maar toen al merkte ik dat er veel mogelijk was. En dat kwam omdat er mensen waren die initiatief toonden en slim gebruik maakten van kleine gaatjes in het autoritaire systeem. Daarom moeten we blijven investeren in het maatschappelijk middenveld, in mensen die overheden aanspreken op hun plichten.”

“We kunnen niet de hele wereld veranderen, maar wel heel concreet het leven van een flink aantal mensen

— Kees de Jong

Kees tot slot: “Het draait uiteindelijk niet om ons, het draait om de mensen die in armoede leven. Zij moeten zelf kunnen bepalen hoe ze hun leven willen verbeteren. Pas dan komt er echte verandering.”

Langer samenwerken

De komende jaren gaat Wilde Ganzen steeds meer aan directe financiering doen. Kees: “Dat betekent dat we kleine gemeenschappen een hart onder de riem steken door lokaal geworven geld te verdubbelen. Mede dankzij internet zijn directe lijntjes met mensen over de hele wereld veel gemakkelijker geworden. Lokale initiatieven komen zo veel meer in beeld, het is tenslotte hun project en zij weten wat er nodig is. Daarnaast willen we langer met zulke partners samenwerken. De bouw van een school is zo gedaan. Dat is een kortetermijnoplossing die hartstikke goed is. Maar sommige veranderingen zijn ingewikkeld.”

Robert vult aan: “Neem die school weer als voorbeeld. Vroeger investeerden we alleen in de bouw. Later is dat uitgebreid met water en sanitatie, want alleen een school is niet genoeg. Er moet ook toiletten zijn en toegang tot schoon drinkwater. De volgende stap is de kwaliteit van onderwijs, ook daar moet in geïnvesteerd worden. Al die veranderingen samen brengen een gemeenschap verder. En dat is een kwestie van lange termijn.”

Rol van Nederlandse partners

De betrokken Nederlanders kwamen al even aan bod. Wordt hun rol in armoedebestrijding nu minder als Wilde Ganzen meer rechtstreeks gaat werken? Kees: “Nee zeker niet, maar hun rol wordt wel anders. In het verleden werd er denk ik – met hele goede bedoelingen – soms iets te veel vanuit Nederland een oplossing bedacht. Gelukkig merk ik dat veel Nederlandse stichtingen dat ook inzien. Samen trekken we op om financiering van veranderingen mogelijk te maken en investeren we in de kwaliteit van onze partners in ontwikkelingslanden. De nauwe banden die kleine stichtingen in Nederland hebben met mensen die in armoede leven en het vertrouwen dat daardoor ontstaat, is en blijft ontzettend belangrijk.”

Meer focus op een paar landen?

Een vraag die donateurs wel eens stellen is: waarom steunt Wilde Ganzen in zoveel verschillende landen een project? Is het niet veel verstandiger om te focussen op een paar landen? Volgens Kees is het antwoord daarop best ingewikkeld.

Toen Robert twintig jaar geleden bij deze organisatie begon, waren er vijftig vaste donateurs. Nu zitten we op 37.000 vaste donateurs.

“Doordat we zoveel mogelijk samen willen optrekken met Nederlandse stichtingen, zie je dat we uit een groot aantal landen aanvragen krijgen. Dat blijft. Maar we zijn ondertussen wel begonnen met focuslanden, dat zijn vijftien landen waar we werken aan kwaliteitsverbetering en duurzaamheid. Maar we willen ons niet afsluiten van de rest van de wereld. Overal zijn maatschappelijke ontwikkelingen die zorgen dat steun nodig is.”

De oudere achterban

In de loop der jaren is Wilde Ganzen flink gegroeid qua aantal donateurs. Toen Robert twintig jaar geleden bij deze organisatie begon, waren er vijftig vaste donateurs. Nu zitten we op 37.000 vaste donateurs. Een enorme groei, die zorgt dat Wilde Ganzen een gezonde organisatie is.

Maar af en toe hoor je wel zorgen over een vergrijzende achterban. Wat als de oudere generatie er niet meer is, is de continuïteit van Wilde Ganzen dan nog wel gegarandeerd? Kees maakt zich daar niet zo’n zorgen over. “Ik werk al mijn hele leven in deze sector en al die tijd roepen mensen al dat het zorgelijk is dat goede doelen een oude achterban hebben. Ik vind het geen zorg, maar juist een zegen. Oudere mensen hebben veel meer mogelijkheden om onze organisatie financieel te steunen. Wel vind ik het belangrijk dat jonge mensen ons leren kennen, zodat ze over twintig jaar denken: die club ken ik en die wil ik wel steunen. Daar werken we hard aan.”