Ien Wildenburg is onlangs 78 geworden maar fietst nog regelmatig 50 kilometer op een dag. Tijd om zich te vervelen tijdens haar pensioen heeft ze niet: ze zet zich in voor de belangen van fietsers bij de Fietsersbond, is net overgrootoma geworden heeft een waslijst aan hobby’s waaronder Tai Chi, ballet en boekbinden. Zij en haar man steunen inmiddels al bijna 25 jaar lang Wilde Ganzen, het liefst projecten die de zelfstandigheid van meisjes en vrouwen in kwetsbare gebieden bevorderen. Hoogste tijd dus om deze bijzondere dame in het zonnetje te zetten.

Wat voor werk heeft u gedaan voor uw pensioen?

“Toen ik jong was droomde ik ervan balletdanseres te worden. Mijn moeder vond dat niet goed. Zij wilde dat ik voor een kantoor ging werken. Tijdens sollicitatiegesprekken droeg ik met opzet vreemde kleren: een bermuda, geborduurde kousen met balletdanseressen en loshangende kralen. Daardoor werd ik natuurlijk nergens aangenomen en mocht ik toch naar de balletschool. Toen ik 18 was kreeg ik een scoliose, een zijdelingse verkromming van de rug, en moest ik helaas stoppen met professioneel ballet.  

Uiteindelijk heb ik een lange tijd met veel plezier als logopediste gewerkt in een verpleeghuis. We werkten met verschillende soorten patiënten met spraakproblemen, zoals mensen met Parkinson of mensen die een hersenbloeding hadden gehad. In het verpleeghuis namen we écht de tijd voor mensen. Artsen zeiden: als er na een halfjaar nog niks is gebeurd, gebeurt er nooit meer wat. Wij gingen gewoon rustig door met behandelen. Het was zó mooi om te zien als iemand dan uiteindelijk toch vooruitgang maakte.”

Wat houdt u nu bezig?

“Na mijn pensioen heb ik nog vijf jaar in hetzelfde verpleeghuis als vrijwilliger in de kunstcommissie gezeten. Samen met andere oud-collega’s hingen we wisselende werken op van kunstenaars. We hebben in die tijd ook een koortje opgericht waarmee we bekende liedjes uit de jaren zestig zongen voor de bewoners. Heel bijzonder was dat sommige bewoners die nauwelijks meer konden praten van begin tot eind meezongen. Dan keken ze elkaar aan van: doe ik dit nu echt? Ik word er nog steeds enthousiast van als ik eraan terugdenk. 

Tijd om me te vervelen tijdens mijn pensioen heb ik niet. Ik lees veel, doe aan boekbinden, Tai-Chi, ballet, zwemmen, schilderen, woon regelmatig lezingen bij en ben net overgrootmoeder geworden. Mijn dochter is nu dus zelf oma en ze geniet er zó van. Dat is heel leuk om te zien allemaal. Ook ga ik vaak met mijn man op pad. Als we boodschappen doen in Kleef, maken we er een dagje van. Dan gaan we wandelen door de stad en bezoeken we het museum.” 

Waarom steunt u Wilde Ganzen?

“Ik vind het belangrijk dat we omkijken naar onze medemens. Toen mijn man en ik in 1995 trouwden hebben we daarom aan alle gasten gevraagd om als cadeau een bijdrage te schenken aan de Cliniclowns. Nu steunen we al jarenlang Wilde Ganzen. We vinden het heel fijn dat bij Wilde Ganzen alle projecten zo overzichtelijk zijn. Er wordt duidelijk aangegeven wat er voor een bepaald project moet gebeuren en hoeveel geld er nodig is. Ook vinden we het belangrijk dat de lokale gemeenschap nauw betrokken is en dat we zelf kunnen kiezen waar onze donaties heengaan.” 

Welke projecten steunt u het liefst?

“Ik werd lid van de Dolle Mina’s, een feministische actiebeweging die strijdt voor vrouwenemancipatie. We gingen de straat op, floten naar mannen en schreven leuzen als ‘baas in eigen buik’ op ons lichaam. Het was een hartstikke leuke groep.”

“Toen ik jong was, mochten vrouwen nog niks. Als we gingen trouwen, moesten we stoppen met werken, zelfs als we hadden gestudeerd. Dat vond ik verschrikkelijk.”

In Nederland gaat het sindsdien al veel beter, maar ik vind het vreselijk dat vrouwen op sommige plekken nog steeds worden gezien als eigendom van de man. Vandaar dat ik het liefst projecten steun die de zelfstandigheid van meisjes in kwetsbare gebieden bevordert, bijvoorbeeld doordat ze veilig naar school kunnen gaan.” 

Wat doet u in uw eigen omgeving om de wereld een stukje beter te maken?

“In de jaren 80 heb ik een vegetarische kookcursus gedaan. Sindsdien eten mijn man en ik vegetarisch. Ook verkocht ik in 1989 mijn auto, omwille van het milieu. Ik dacht: ik wil niet dat mijn kleinkinderen straks met een mondkapje op naar school moeten omdat de lucht vervuild is. Vanaf dat moment doen mijn man en ik alles met de fiets en het openbaar vervoer.  

Fietsen is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor de gezondheid. Daarom ben ik lid geworden van de Fietsersbond, een organisatie die opkomt voor de veiligheid en belangen van fietsers. Dagelijks doe ik een kleine boodschap met de fiets, anders worden mijn fietstassen te zwaar én zo blijf ik in beweging. Vaak doen we boodschappen in Duitsland. Zo fietsen we soms wel 50 kilometer op een dag. 

Soms denk ik ’s avonds: wat moeten we nu weer eten? En dat terwijl er zijn mensen die nooit wat fatsoenlijks te eten hebben. Ik schaam me rot! Daarom vind ik het zo belangrijk dat juist wij ons inzetten voor een betere wereld voor iedereen.”