Een jeugdcentrum in een dorp vlak bij de hoofdstad van Oeganda wilde de leesvaardigheid van jonge kinderen uit arme gezinnen verbeteren en meiden meer zelfvertrouwen geven. De coronapandemie was een flinke tegenslag, maar zorgde ook voor creatieve en succesvolle oplossingen.

Het onderwijs in de armste dorpen rond Kampala, Oeganda, is écht beroerd te noemen. Er is nauwelijks lesmateriaal, klassen zijn overvol en er is geen meubilair om geconcentreerd te kunnen werken. De meeste leerlingen leren niet zelfstandig lezen, maar dreunen op wat de leerkracht hen voorleest. ‘’Met de kwaliteit van het onderwijs dat deze kinderen krijgen, staan ze eigenlijk al achter op hun leeftijdsgenoten. En toch moeten al deze kinderen dezelfde nationale examens afleggen. Dit resulteert in slechte prestaties, waardoor ze op vroege leeftijd afhaken’’, benadrukt Nicholas Yiga, directeur Masanafu Child And Family Support.

De Oegandese organisatie Masanafu Child And Family Support heeft een duidelijke visie hoe ze analfabetisme op basisscholen in de omliggende dorpen kan aanpakken. Dit doen ze samen met de Nederlandse stichting Bona Baana.

Vernieuwd plan

Het plan was om de leesvaardigheid van 2.500 vroegschoolse kinderen op scholen in en rond het dorp Masanafu te bevorderen. Door de komst van de coronapandemie moesten de scholen in Oeganda echter hun deuren sluiten. Na bijna twee jaar zijn de scholen zijn de scholen eindelijk weer geopend.

Door de sluiting moest het originele plan omgegooid worden. Eerst zouden leerlingen namelijk gaan deelnemen aan inventieve leesclubjes en er stond een competitie gepland die de kinderen op een speelse manier uit ging dagen. Daarnaast was het plan de bestaande bibliotheek en het jeugdcentrum te renoveren en te vullen met boeken en meubels. Ook zouden leerkrachten worden gestimuleerd om verbeteringen aan te brengen en de lessen leuker te maken.

Verbinding

‘’Door de sluiting van de scholen, moesten we een creatieve en efficiënte oplossing bedenken’’, vertelt Nicholas. ‘’We moesten de leerlingen bereiken door hun leraren. Dat was echt nuttig omdat zij hun leraren vertrouwen en daarom naar hen luisteren. We nodigden de leerkrachten uit in de bibliotheek en lieten de boeken zien die we hebben. Daarna konden ze de boeken uitzoeken die zij geschikt vonden en aan de kinderen geven. In ruil hiervoor konden zij gebruik maken van computers en internet.’’

De boeken zorgden voor verbinding. ‘’De leerlingen en leraren hadden nu weer iets om naar uit te kijken. Ze konden nieuwe dingen leren en verhalen met elkaar delen. Dit deden ze door elkaar op te zoeken of soms door elkaar te bellen. Iets wat voorheen niet gebruikelijk was’’’, zegt Nicholas.

Resultaat

Nu het project is afgerond en de scholen weer geopend zijn, zie je de impact goed. ‘’Veel leerlingen die toegang hadden tot nieuwe boeken, zitten op een hoger niveau. Zij mogen om die reden een klas hoger’’, vertelt Nicholas.

Ook zie je veel leerlingen terugkomen naar de bibliotheek. Het project heeft de leergierigheid enorm aangewakkerd. Ook heeft de toegang tot de bibliotheek veel invloed op het zelfvertrouwen van meisjes. Hier is Nicholas erg blij mee: ‘’Zij hebben via de bibliotheek toegang tot veel meer informatie. Door het volgen van workshops hebben ze computer-, kook, en agrarische vaardigheden gekregen. Deze kunnen ze ook thuis toepassen en delen.’’

Project in het kort