Lisette (67) en Gerard Geenen (70) zetten zich al ruim twintig jaar in voor Kenia. Met stichting KidsCare helpen ze kinderen en hun families die in armoede leven. Wat bezielt hen om zoveel tijd in deze stichting te steken?
Hoe zijn jullie in Kenia terecht gekomen?
Lisette: âGerard had een eigen bedrijf en we verstuurden ieder jaar kerstkaarten naar onze relaties. Een dure traditie waar we vanaf wilden. We hebben toen besloten het geld dat we uitspaarden te geven aan een goed doel. Dat werd de bouw van een watertank bij een school in Kenia. We hebben dat project bezocht en in de jaren daarna bleef in ons hoofd zitten dat we meer wilden doen. Met onze vier gezonde kinderen en tien kleinkinderen voelden we ons rijk en we hadden moeite met de situatie van veel kinderen in Kenia.â
Wat was jullie eerste eigen project in Kenia?
Gerard: âSamen met mensen uit het dorp hebben we een school, boerderij en medische post opgericht. Dat werd een succes. Later hebben we het project aan hen overgedragen. Met de directeur van de basisschool, Ali Mwaziro , hebben we KidsCare opgericht, want we wilden ons blijven inzetten voor kinderen. Dat ging niet over een nacht ijs. We hebben weeshuizen bezocht en met de overheid gepraat. Vandaag de dag weet bijna iedereen dat weeshuizen niet de oplossing zijn, maar in die tijd was het nog heel normaal. Wij kwamen tot de conclusie dat het veel beter is kinderen in een gezin in hun eigen omgeving op te vangen.â
Haalden jullie kinderen uit weeshuizen?
Gerard: âNee, wij zijn een proef gestart met thuiszorg in drie dorpen, in samenwerking met de chief. In elk dorp werden de vijf armste gezinnen uitgekozen, dat deden niet wij, maar de village chairman (een soort burgemeester) en een groep vrijwilligers. Zo werd er bijvoorbeeld een oma uitgekozen die alleen in huis zat met kleine kinderen, een lekkend dak, onvoldoende voedsel en geen land. Deze families kregen 15 euro per maand en begeleiding van een sociale hulpverlener. En weet je wat zo mooi is? Die families spaarden iedere maand van dat bedrag weer 5 euro en dat werd in een keer uitgekeerd aan een andere familie in het dorp die dan 25 euro extra kreeg. Daarmee kon het dak gerepareerd worden. Zo hielpen ze elkaar allemaal. Daar werden we zo door verrast!â
Onderwijs is voor jullie heel belangrijk.
Lisette: âJa, kinderen moeten naar school. Gaan kinderen niet naar school, dan worden de families gewaarschuwd en de hulpverlener gaat met ze praten: waarom gaan je kinderen niet naar school? Soms komt het omdat ze een uniform nodig hebben en moeder dat niet kan betalen. Er waren zo gezinnen die door alle financiĂ«le problemen met de handen in het haar zaten. Opaâs en omaâs van 80 jaar oud die met een heel huis vol opgevangen kinderen thuis zaten. Die hebben de grootste moeite die kinderen op te voeden. Door met ze te praten worden er oplossingen gevonden. Mensen kunnen een heleboel zelf, als je ze maar de ruimte en mogelijkheden geeft.â
KidsCare is nu een grote organisatie en jullie worden ouder. Denken jullie er al over na om te stoppen?
Gerard: âEr komt een dag dat wij alleen nog maar voor vakantie naar Kenia gaan.
Maar het proces van loslaten begint in mijn optiek eerst met een proces van opbouwen. Het is belangrijk dat de organisatie leert partnerschappen aan te gaan met hun eigen overheid en met organisaties als Wilde Ganzen. Maar niet alleen financieel moeten ze zich kunnen redden, ook hun kennis moet van een hoog niveau zijn. Zo sturen we regelmatig vrijwilligers naar Kenia die hun kennis delen op een bepaald gebied. Dit is een proces wat tijd kost en waar nu ervaring mee wordt opgedaan.â
Maar uiteindelijk moeten jullie wel echt loslatenâŠ
Lisette: âDaar zijn we ook al mee bezig hoor. . We hebben samen met het team in Kenia een langere termijnstrategie uitgezet die moet leiden tot duurzaamheid. Het (zichtbaar) maken van de âimpactâ en de samenwerking met de overheden spelen daar een belangrijke rol in.â
Gerard: âZoals met alles in het leven moet je het een keer loslaten. Wij doen dat als de organisatie in Kenia sterk genoeg is geworden. Bovendien hebben we inmiddels in Nederland een sterk en actief bestuur. KidsCare is een professionele organisatie en die mag niet afhankelijk zijn van ons tweeĂ«nâ
Hoe is jullie onderlinge rolverdeling?
Lisette: âIk ben een ouderwetse kleuterjuf en hou van de praktische zaken. Ook ben ik meer de verbinder en van de communicatie. Gerard is de denker.â
Gerard: âIk was organisatieadviseur. Ik hielp ondernemers bij het opbouwen van hun bedrijf. Met wat andere doelstellingen doe ik dat voor KidsCare nu weer.â
Lisette: âHet is wel een dagtaak geworden inmiddels. Soms is dat teveel. Gerard wil graag bezig blijven, maar we moeten zorgen dat het in balans blijft.â
KidsCare is al lang een partner van Wilde Ganzen. Hoe zien jullie deze samenwerking?
Gerard: âVroeger hadden we wel discussie, omdat Wilde Ganzen de eis had dat alleen stenen werden gefinancierd. Wij vinden capaciteitsopbouw veel belangrijker. Gelukkig zijn we nu doorgegroeid tot een volwaardig partner. Wilde Ganzen denkt met ons mee en wij met hun. Ze zijn voor ons een mooie sparringpartner en samen hebben we denk ik een goede vertrouwensband. Nienke Nuyens en Dorien Verbeek van Wilde Ganzen zijn bij onze projecten in Kenia op bezoek geweest en hebben kritische vragen gesteld. Van die moeilijke vragen kunnen wij weer leren en ik ervaar dat ze bereid zijn met ons mee te denken in het zoeken naar oplossingen.â
Wat krijgen jullie terug voor jullie inzet?
Gerard: âEr was een leraar die een kind in de klas had met het syndroom van Down. Hij had geen idee hoe hij met het kind om moest gaan en zei: âHet is wel een langzame leerling heâŠâ. Thuis in het gezin wist ook niemand wat te doen. Samen met Wilde Ganzen starten we nu bij zes basisscholen een speciale afdeling voor deze kinderen. Dat vind ik prachtig!â
Lisette: âIn een dorp was er een kind dat een beetje werd gezien als de dorpsgek. Hij viel vaak en lachte veel. Die jongen heeft een bril gekregen en daarmee bleek het probleem opgelost en kan hij nu gewoon naar school. Als wij zien dat kinderen met een klein beetje hulp en therapie weer normaal mee kunnen doen, lopen bij ons de tranen over de wangen.â
Gerard: âAls mensen geen perspectief in hun leven hebben, gaan ze onder een boom zitten. Wij hebben moeders gezien die dof uit hun ogen keken omdat ze niet wisten hoe het verder moest. De sociale hulpverleners van KidsCare geeft deze mensen weer uitzicht op een betere toekomst. Zo krijgen mensen hun energie weer terug.â
Lisette: âJe ziet de veranderingen. Meisjes leren om voor zichzelf op te komen. Dat besef neemt niemand ze meer af. Vrouwen willen niet ieder jaar weer een kind krijgen. Ze maken hun eigen keuzes. Dat hebben ze op latere leeftijd moeten leren omdat ze nooit naar school zijn geweest. Zo mooi dat KidsCare hen helpt om in hun kracht te komen.