Te midden van kleine huizen in een afgelegen buurt in Haïti staat de school van Le Rocher. Met steun van Wilde Ganzen opgezet door stichting Jarikin. De twee drijvende krachten achter deze stichting zijn Jan Prins en Hans Kagchelland, beide ondernemers uit het Westland.

Kagchelland: “Er was geen schoolgebouw voor kinderen in deze streek. Er waren tenten waar ze les in kregen.”

Prins: “Door mijn werk ben ik in contact gekomen met Canadezen die van oorsprong uit Nederland komen en die al projecten op Haïti hadden. Zij vroegen mij of ik mee wilde helpen. Van het een kwam het ander. We waren het met z’n allen snel eens dat we die kinderen niet in tenten konden laten zitten.”

Kagchelland: “Eerst wilden we alleen een basisschool bouwen, maar ja, wat moeten die kinderen daarna? Je wilt ze toch een toekomst bieden. Dus we hebben er lokalen bijgebouwd voor voortgezet onderwijs. En een kleuterschool voor de kleintjes.”

Ouders hebben een enorme drijfveer om uit de armoede te komen, ze stimuleren hun kinderen ontzettend.

— Jan Prins

Prins: “Ouders hebben een enorme drijfveer om uit de armoede te komen, ze stimuleren hun kinderen ontzettend. Hun betrokkenheid in de net opgerichte ouderraad is van groot belang voor de school. Wel kwamen we er achter dat veel moeders analfabeet zijn, daarom krijgen zestig vrouwen les in lezen en schrijven. Ons bedrijf Priva helpt ook mee een agrarisch project op te zetten. We willen nieuwe rassen kweken, met hogere opbrengsten en geschikt voor het klimaat in Haïti.”

Kagchelland: “Kinderen die interesse hebben in landbouw willen we bij dit project betrekken, zodat we onze kennis over kunnen dragen. Ook hebben we een school voor beroepsonderwijs in de hoofdstad, daar leren ze koken, metaal bewerken en naaien. Zo hebben ze de mogelijkheid om wat van het leven te maken.”

Een school in Haiti van bovenaf.

Prins: “Het leven in Haïti is zwaar, ik heb zoveel narigheid en ellende gezien. Gelukkig werken we samen met zeer gedreven Haïtianen, anders was het nooit gelukt. Nu die school er staat heb ik een groot gevoel van dankbaarheid en verwondering.”

Kagchelland: “Als je die kinderen ziet, dan word je gedragen. Het is fantastisch dat we dit werk mogen doen.”