In Guatemala kijkt een groep van vijftig jongeren uit de regio Tucurú met meer optimisme naar de toekomst. Ze komen allemaal uit traditionele Maya-families en kunnen dankzij stichting Nuenen-Guatemala en Wilde Ganzen een praktische landbouwtraining volgen. Ze krijgen les in het verbouwen van koffie en cacao, ze leren hoe ze kippen kunnen houden en hoe je vis moet kweken. Met de opgedane kennis over irrigatietechnieken, het gebruik van organische mest en duurzame grondbewerking worden deze jongeren volleerde boeren.

Aan dit project nemen vijftig jongeren deel, jongens en meisjes tussen de 16 en 24 jaar, in de gemeenschappen San Sebastián en Pajjá die behoren tot de gemeente Tucurú.

Project in het kort

In 2019 is het project gestart. De gronden werden geschikt gemaakt voor landbouw en er zijn proeftuinen aangelegd. Nu wordt er gezaaid en geoogst en er worden kippen gehouden. Er zijn drie broeikassen gebouwd, twee in San Sebastián en een in Paijá.

Vooral in San Sebastián is veel vooruitgang geboekt, met name bij de oogst van groenten en bij het houden van kippen. De families in beide gemeenschappen hebben ook zelf bijgedragen in de kosten voor de aanschaf van zaaigoed voor maïs en bonen en bij de aankoop van organische mest.

Goede organisatie in San Sebastián

San Sebastián is een goed georganiseerde gemeenschap. Niet alleen de jongeren die aan het project meedoen komen naar de vergaderingen, maar ook hun ouders en andere jongeren en autoriteiten uit het dorp. De hele gemeenschap voelt zich erbij betrokken.

Contactpersoon Dora Mirón zegt daarover: “Het project loopt goed. De jongeren zijn heel actief en zowel zij als hun ouders zijn dankbaar dat ze deze kans krijgen. We merken dat het zijn weerslag heeft op de hele gemeenschap die blij is met de steun aan hun jongeren. Men hoopt dat nog meer jongeren mee kunnen gaan doen in het tweede jaar. De beide begeleiders van het project hebben verschillende cursussen gevolgd over biologische gezinstuinen en dat stelt hen in staat om hun werk nog verder te ontwikkelen. Er is nu al overschot bij de oogst van groenten. Kool, radijs en koriander worden verkocht op weekmarkten in de buurt van San Sebastián.”

De eerste kippen groeiden goed en werden verkocht toen ze groot waren. De jongeren vertelden trots dat ze wel vier tot vijf pond waren en goed verkochten. Met een gedeelte van de winst werden nieuwe kuikens aangeschaft. Ook is er een begin gemaakt met het houden van varkens.

Jongeren werken hard in Paijá

De gemeenschap van Paijá is wat minder goed georganiseerd dan in San Sebastián, ook de grond is er minder vruchtbaar en daarom is de oogst kleiner en verloopt het proces wat langzamer. De jongeren hebben echter hard gewerkt om de conditie van de grond te verbeteren zodat datgene wat gezaaid wordt ook goed groeit.
Hier groeit de calá (een bijzondere vrucht van een speciale palmboom). Deze vrucht bezit veel voedingseigenschappen en verkoopt daarom goed. Verder is er een verscheidenheid aan knollen (cassave, malanga en zoete aardappel), verschillende pepers en rosa de jamaica (hibiscus) waar warme en koude drank van gemaakt wordt. Ook in Paijá hebben ze inmiddels weer nieuwe kuikens aangeschaft.
In Paijá zijn de jongeren in november begonnen met de aanleg van visvijvers voor het kweken van vis en eetbare slakken. Na ruim vier maanden kunnen die worden geoogst.

Staat van beleg zorgde voor vertraging

In Guatemala wordt de mensenrechtensituatie steeds slechter. Er is sprake van toenemende militarisering en geweld tegen inheemse leiders. In de regio waarin ook Tucurú ligt worden veel drugs verhandeld en er zijn meerdere bendes actief. In september kondigde de regering er de staat van beleg af en stuurde meer militairen en politie naar het gebied. De situatie bemoeilijkte het werk van het landbouwproject. Vergaderen en samenkomen was verboden en de situatie was gespannen. Daardoor stond de uitvoering van het project meer dan twee maanden op een laag pitje. De twee begeleiders probeerden de jongeren individueel te begeleiden op hun eigen stukje grond. Dat was niet zonder risico. In november werd de staat van beleg opgeheven. Nog steeds waren er veel militairen aanwezig, maar de jongeren hadden vol enthousiasme het project weer opgepakt en waren blij dat ze weer verder konden.

Ook in Guatemala een enorme dreun door coronacrisis

Na de staat van beleg hebben we nu te maken met de uitbraak van het coronavirus; dat is een geweldige dreun. Ook in Guatemala zijn veiligheidsmaatregelen afgekondigd en er is een avondklok en een reisverbod ingesteld. Daardoor kunnen de twee begeleiders de gemeenschappen nauwelijks meer bezoeken en het landbouwonderwijs aan de jongeren wordt bijna onmogelijk omdat men niet meer in groepen bij elkaar kan komen. Opnieuw wordt nu individuele begeleiding gegeven aan de jongeren en hun families.

Ondanks alles toch mooie resultaten

Het zijn niet alleen de jongeren zelf aan wie dit project ten goede komt. Ook hun families profiteren hiervan. De inkomsten uit de verkoop van producten levert een kleine bijdrage aan het gezinsinkomen. Maar heel belangrijk is ook de gedeelde kennis over het belang van gevarieerd voedsel en hoe dat te bereiken door de verbouw van verschillende soorten groenten en fruit. De meeste families hebben een stukje grond. Nu leren ze hoe ze hier het beste gebruik van kunnen maken. Indirect komt dit project ten goede aan bijna 300 mensen, volwassenen, kinderen en ouderen. Met name in San Sebastián wordt dit project door bijna de gehele gemeenschap gedragen.

Heel veel dank voor je steun!