7 redenen dat kinderen niet naar school kunnen

Carlos Guatemela

Onderwijs is de sleutel tot een betere toekomst. Toch gaan er wereldwijd nog miljoenen kinderen niet naar school. Naar schatting zijn dit zelfs 251 miljoen (UNESCO, 2024). Niet omdat ze dat niet willen, maar omdat er obstakels zijn die ze zelf niet kunnen wegnemen.

We zetten zeven belangrijke oorzaken op een rij en laten zien wat daaraan gedaan wordt.

1. Gebrek aan scholen

Zonder schoolgebouw is er geen klas, geen schoolbord en geen veilige omgeving om te leren. In afgelegen dorpen ontbreekt het vaak aan voldoende lokalen. Soms geven docenten buiten les, maar afhankelijkheid van het weer zorgt ervoor dat lessen uitvallen.

In verschillende landen worden daarom scholen bijgebouwd of bestaande gebouwen uitgebreid. Soms gaat het om een heel nieuw schoolgebouw, soms om een extra klaslokaal of een tijdelijke ruimte.

2. Gebrek aan leerkrachten

Een gebouw maakt nog geen school, het zijn leerkrachten die zorgen voor de inhoud van het onderwijs. Heel simpel: zonder leerkrachten heb je geen les. UNESCO schat dat er wereldwijd 44 miljoen extra leerkrachten nodig zijn om basisonderwijs voor alle kinderen wereldwijd te realiseren (UNESCO, 2025) In sommige regio’s zijn er wel leerkrachten, maar zijn de klassen zó vol dat er persoonlijke aandacht ontbreekt.

Zoals bij een school in Zimbabwe. Daar hadden ze moeite om leerkrachten te vinden. Lang niet in elk dorp staat een school. Vaak moeten leerlingen en docenten lange afstanden reizen. De wegen zijn slecht en voornamelijk onverhard. Door een project van een lokale organisatie staan er nu huizen voor de leerkrachten. Hierdoor blijven de docenten voor een langere tijd aan de school verbonden.

3. Financiële drempels

Schoolgeld, uniformen, boeken, vervoer. Het zijn praktische onderdelen van onderwijs, maar voor gezinnen die in armoede leven kan het een enorme financiële drempel zijn. Zeker als er meerdere kinderen zijn.

Lokale organisaties zijn daar druk mee bezig. In India zorgde een lokale organisatie ervoor dat kinderen schoolspullen krijgen: een tas, schriften, pennen en een schooluniform. Daarmee verdwijnen de financiële drempels, en kunnen duizenden kinderen blijven leren in plaats van werken.

4. Onveilige omstandigheden

In sommige gebieden moeten kinderen kilometers lopen naar de dichtstbijzijnde school. En dit langs drukke wegen of door gebieden waar het niet veilig is. Als je onderweg gevaar loopt, wordt naar school gaan een risico in plaats van een recht.

Ook geweld, oorlogen of andere conflicten zorgen ervoor dat kinderen thuisblijven. Dit leidt vaak tot verhoogd schoolverzuim en vroegtijdige schoolverlating. In Nepal werd daarom een omheining gebouwd rond een school voor dove kinderen.

5. Kinderarbeid

Nog steeds zijn er gebieden waar armoede heerst en waar kinderen moeten werken in plaats van naar school te gaan. Niet uit onwil, maar uit noodzaak. Vaak als kinderen moeten werken, is er geen ruimte meer om te leren.

Wereldwijd werken volgens de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) 160 miljoen kinderen. Een groot deel van hen mist daardoor de kans om naar school te gaan.

6. Gebrek aan basisvoorzieningen

Ook de omgeving van een school moet schoon en toegankelijk zijn. Veel scholen wereldwijd missen basisvoorzieningen zoals toiletten, schoon drinkwater of afvalverwerking. Volgens UNESCO is het gebrek aan sanitaire voorzieningen een van de grootste obstakels. Voor meisjes betekent het ontbreken van een toilet of menstruatieproducten dat ze vaak thuisblijven tijdens hun menstruatie. En zonder schoon drinkwater neemt het risico op ziekte toe, met schooluitval als gevolg.

7. Ongelijkheid en discriminatie

Niet elk kind krijgt dezelfde kansen. In sommige landen worden bepaalde groepen nog steeds buitengesloten van onderwijs. Ook meisjes en kinderen met een beperking worden vaker buitengesloten.

De oorzaken zijn diepgeworteld. Zo kan discriminatie of stigma’s ervoor zorgen dat een kind nooit de kans krijgt om een klaslokaal binnen te stappen. Gelukkig zijn er lokale organisaties die zich inzetten om dat te doorbreken. In Guatemala werkte een organisatie bijvoorbeeld aan inclusief onderwijs voor kinderen met een beperking.

Waarom één oplossing niet voor iedereen werkt

De redenen waarom kinderen niet naar school gaan, verschillen sterk per regio. Wat in het ene land een groot probleem is, speelt ergens anders nauwelijks een rol. Een gemeenschap in een droog gebied loopt tegen hele andere uitdagingen aan dan in een stad. Er bestaat dus geen wereldwijde standaardoplossing.

Daarom werkt Wilde Ganzen samen met lokale organisaties die zélf aangeven wat er nodig is. Dat doen we samen met Nederlandse stichtingen in meer dan 50 landen wereldwijd. Want als mensen zélf de regie houden, ontstaan er oplossingen die op lange termijn echt werken.