Het aantal kwetsbare kinderen wereldwijd neemt toe

Yvonne Heselmans

Door Yvonne Heselmans

Yvonne Heselmans is Manager van de afdeling Projecten bij Wilde Ganzen. Ze heeft ruime ervaring opgedaan in de vredes- en mensenrechtenbeweging. Ze werkte hiervoor vooral in Afrika onder andere bij de vredesorganisatie Pax, Plan Nederland en de International Educatieve Debat Vereniging. Momenteel is ze naast haar werk voor Wilde Ganzen ook voorzitter van de stichting Open UP! Let youth be heard.

Meer van Yvonne Yvonne Heselmans

Wilde Ganzen is samen met Family Power trekker van de Denktank Kind & Welzijn zich richt op ‘Professionele Jeugdzorg internationaal’. Wereldwijd groeien steeds meer kinderen op onder kwetsbare omstandigheden. Ze lopen hierin het risico om niet meer thuis te wonen. Steeds meer kinderen belanden alleen of in kleine groepen op straat. Geregeld worden ze opgevangen in een instelling.

Hoewel dit laatste in sommige omstandigheden legitiem kan zijn, is het internationaal onderkend dat ieder kind een thuis nodig heeft en niet moet opgroeien in een instelling.

Begeleiding ‘Ieder kind een thuis’

Maar deze belofte is niet zo eenvoudig, want ieder kind is uniek en heeft op eigen wijze begeleiding nodig, natuurlijk op de eerste plaats van de familie maar vaak ook van formele of informele jeugdzorg. Maar is die begeleiding er wel, en hoe moet die voor het kind er dan uitzien? En zou er internationaal niet veel meer aandacht voor internationale (in)formele jeugdzorg moeten zijn? Om dit op de kaart te zetten hebben we de Denktank opgezet.

Professionele Jeugdzorg internationaal op de agenda!

Onze ambitie als DENKTANK is om kennis en samenwerking te verdiepen en verbreden op het terrein van professionele jeugdzorg rondom het kind. De leden van de Denktank vinden dat dit internationaal op de agenda moet staan. We organiseren bijv. o.a. periodiek kleine seminars. In het laatste kleine seminar van 10 januari keken we naar ‘kinderen met een beperking’.

Inzoomen op resultaten denktank seminar ‘Kinderen met een beperking’

Centraal in dit seminar stond de impact die we willen maken: kinderen die opgroeien in een liefdevolle familie waardoor zij substantieel meer geluk en welvaart ervaren en hun talenten kunnen ontwikkelen. Binnen dit alles staat het beste belang van het kind – in al haar uniciteit – centraal. Om dit te realiseren is kinderparticipatie essentieel; we dienen te luisteren naar het kind en haar mening in besluitvorming en elke stap van het proces.

Tien aanbevelingen voor goede begeleiding van ‘kinderen met een beperking’

  1. Belangrijk om het kind centraal te stellen binnen haar/zijn gemeenschap. De gemeenschap is heel erg belangrijk. De gemeenschap kent diverse stakeholders die samenwerken met het kind centraal.Bijv. om ouders/verzorgers, social workers, therapeuten, health workers, legal aid, onderwijzers, lokale overheid.
  2. Ouders (en vooral moeders) zijn de belangrijkste en tegelijkertijd minst erkende resource in de ontwikkeling van hun kind. Waardeer hen als competente partners. Professionals moeten goed luisteren en samenwerken met ouders en zich richten op concrete resultaten. Denk ook aan peer-groups tussen ouders.
  3. Community Based Rehabilitation is daarom van belang: essentiële revalidatie en zorg met lokale middelen, voor zoveel mogelijk mensen.
  4. Gebruik hierin de ICF (The International Classification of Functioning, Disability and Health) en CBR matrix en werk samen met anderen, weet welke resources er zijn.
  5. Dit betekent werk vanuit FOCUS: Focus op het kind; focus op de familie; focus op de gemeenschap. Wat is de kracht, welk potentieel is aanwezig en wat is nodig?
  6. Diverse stakeholders en instituties moeten beter – rondom het kind en de ouders- samenwerken – ook met de overheid. Hier zijn goede best practices voor wat meer onderzoek verdient. Maar ook zien we vaak rondom kinderen met beperking afwezigheid van goed georganiseerde, samenhangende zorg. Professionalisering aan de hand van kwaliteitsnormen is nodig.
  7. Participatie van het kind is belangrijk. Kinderen met beperking zijn net als andere kinderen uniek en weten ook – op eigen wijze- aan te geven wat in ‘in hun intest’ is. Toch valt participatie van kinderen met beperking tegen. Verzorgers moeten meer luisteren naar kinderen met een beperking en ondersteuning krijgen om met kinderen met beperking in gesprek te gaan. Peer groups zijn ondersteunend.
  8. Zie religie binnen de gemeenschap als kans in plaats van als bedreiging. Het is een van de factoren die we als een van de onderdelen binnen de context van een gemeenschap zouden moeten bestuderen bij een community focus. Kijk hoe religie kan bijdragen aan family & community based care.
  9. We zijn geneigd om verschillen tussen grote en kleine organisaties (POI vs grotere NGOs) uit te vergroten, maar conclusie uit het gesprek is dat de verschillen juist helemaal niet zo groot zijn. Zeker niet als je gezamenlijk het kind en de gemeenschap rond het kind centraal stelt. De ambitie om met zo weinig mogelijk geld zo veel mogelijk impact te maken maakt voor de schaal van de organisatie niet uit. Ook hier geldt dat samenwerking nodig is. Ook is benoemd dat het net zo’n verantwoordelijkheid van POI’s is als voor grotere NGOs om te monitoren en evalueren.Dan kunnen we meer kinderen op de juiste manier helpen. Het is lastig om hier budget voor vrij te maken, maar kan op de lange termijn juist bijdragen aan vertrouwen van donateurs. Fondsen, zoals Wilde Ganzen, zouden verbindingen kunnen leggen tussen lokale en regionale organisaties en meer vragen kunnen stellen over samenwerking met het oog op Monitoring & Evaluation. Hoe kunnen we hier de verbinding maken?
  10.  Early Intervention is belangrijk. Het Liliane Fonds heeft hier infographics van.

Wie zit in de denktank?

De denktank bestaat uit POI verenigd in Family Power zoals KidsCare, andere NGO’s zoals Defence for Children, Liliane Fonds, Red een Kind, netwerken als Better Care Network en Dutch Coalition on Disability and Development, het ministerie van Buitenlandse Zaken en kennisinstellingen die actief op dit terrein zijn zoals het International Social Studies en de Radboud Universiteit.